|
||||||||
|
Dat er in New Orleans veel muzikanten wonen is een understatement. In Deslonde Street vind je het gerieflijk huis van Sam Doores. Sam is, hoe kan het ook anders, muzikant. En samen met zijn kameraad Riley Downing vormt hij sinds 2010 The Tumbleweeds. In 2012 brachten ze hun debuutplaat "Holy Cross Blues" uit. Ze mochten de baan op met Alabama Shakes en Michael Kiwanuka. Niet veel later ontdekten ze dat de naam The Tumbleweeds al ingenomen was. Dus doopten ze zich om tot The Deslondes, vernoemd naar de straat waar ze voor het eerst samen songs schreven, repeteerden en opnamen. Hun titelloze energieke debuut uit 2015 was meteen een grote doorbraak, en hun opvolger "Hurry Home (2017), oogstte vergelijkbare bijval met hun gruizige, grimmige mix van vroege rock 'n' roll en lo-fi R&B. Na een stilte begaf Sam Doores zich op de solo tour, en in 2020 verscheen zijn sublieme soloplaat, Downing keerde terug naar zijn huis in Missouri, hielp zijn broer met zijn loodgietersbedrijf en begon aan een aantal korte solo-uitstapjes. Downing, een gepassioneerd platenverzamelaar, voornamelijk van 45-toeren singles, en zijn Deslondes bandgenoot John James Tourville besloten dat het misschien leuk zou zijn om samen te werken en een single uit te brengen. De songs bleven maar komen en een volledig album was snel een feit. Downing en Tourville begonnen een lange afstandssamenwerking en voegden ook Deslondes producer Tokic toe aan het muzikale tandem. De drie werkten ideeën voor songwriting, arrangementen en productie uit door demo's heen en weer te sturen vanuit hun respectievelijke huizen - Downing in Missouri, Tourville in North Carolina, en Tokic in Tennessee - tijdens de vele weken en maanden van de COVID-19 pandemie. Tegen de tijd dat de drie elkaar ontmoetten in Tokic's Bomb Shelter Studios in Nashville, was iedereen al twee maanden thuis in quarantaine, zonder een optreden of jamsessie te hebben gehad. Downing's vermogen om aangrijpende, evocatieve verhalen neer te zetten binnen geluidslandschappen waarin country, blues, folk, R&B, bluegrass, rock en soul weer klinken, zijn eenmaal als je ze gehoord hebt, nog moeilijk van je af te schudden. Hetzelfde geldt voor zijn stem - diep, stoffig, en lijzig, het is een instrument dat je kan stoppen in je tracks met zijn karakter en expressiviteit, maar ook door zijn talent om complexe emoties te verwoorden in duidelijke, directe taal, hetgeen we nu ook horen op Downing's debuut soloalbum "Start It Over" dat op 14 mei via New West Records op de markt komt. De 12 nummers op deze plaat werden gecoproduceerd door Andrijia Tokic (Alabama Shakes, Hurray for the Riff Raff) & John James Tourville van The Deslondes en horen we naast Downing, Tokic en Tourville een ongelooflijke line-up van muzikanten waaronder o.a. Jack Lawrence (The Raconteurs, Greenhornes) op bas, Dennis Crouch (Johnny Cash, Dolly Parton) op contrabas, Peter Keys (P-Funk, Lynyrd Skynyrd) op melotron, Meg Coleman (Yola) en Jimmy Lester (Los Straightjackets, Blaze Foley) op drums, Jeff Taylor (George Strait, Elvis Costello, The Time Jumpers) op keyboards, Derry Deborja (Jason Isbell and the 400 Unit, John Prine) op Farfisa en Kyshona Armstrong op vocals. Vinylverzamelaars zullen zich kunnen vinden in Downing's nieuwste release. In de titeltrack begint Downing met "Saw you in the record store, caught my eye" en dit over een twinkelende, vintage melodie, ondersteund door een basis drum beat maar op verschillende plaatsen geaccentueerd door strijkers, tamboerijn en pauken. Doorheen het nummer weeft hij een liefdesverhaal, zowel tussen twee mensen als tussen een persoon en zijn platencollectie. Dit nummer samen met "Deep Breath", songs die eerder verschenen op de hier bijgevoegde video’s geven best de losse, roots-gedreven feel van het album weer. Zo doet deze laatste song denken aan het relaxte, ritmisch zware geluid van het Tulsa van de jaren '70, met de verwachte doses New Orleans en fuzzed gitaar die buitenaards is. Het is dan ook gemakkelijk om je voor te stellen dat dit nummer een lang verloren single is uit een vervlogen tijdperk. "Start It Over" levert een ingetogen album op dat volop herinnert aan de grote singer-songwriters uit de jaren 70 en zijn persoonlijke songs lijken soms wat schetsmatig, maar winnen snel aan kracht, zeker als je gevoelig bent voor een lome sound met een beetje New Orleans feel. Niet iedereen zal het kunnen waarderen, maar ik vind het een verrassend sterk album, en klinkt dan ook zoals gezegd met grote regelmaat als een singer-songwriter album uit de jaren 70. Bij meerdere songs op het album moest ik denken aan de albums van Lou Reed of zelfs een Allen Toussaint en dat is een mooi compliment. "Start It Over" weerspiegelt dan ook de vermenging van heden en verleden, traditioneel en ongewoon, die al lang kenmerkend is voor Downing's muzikale ingesteldheid. Zijn vreugde klinkt luid en duidelijk door op het album, dat zelfs op de meest serieuze en sombere momenten - en ook gezien het feit dat het werd opgenomen tijdens de pandemie - straalt van een oprechte waardering voor het leven. Zijn muziek klinkt nu een stuk meer ingetogen dan die tijdens zijn Deslondes periode, maar er is hoorbaar veel aandacht en zorg besteed aan de instrumentatie. Dit kan ook niet anders als er zo een heel legioen aan muzikanten werd opgetrommeld, maar hierdoor zit de instrumentatie op het album vol mooie details, maar "Start It Over" klinkt op hetzelfde moment als een album dat deels genoegen neemt met ruwe schetsen van songs. Liefhebbers van The Deslondes zullen flink moeten wennen aan dit album, dat vooral invloeden uit de country, blues, folk, rock en soul bevat en daardoor bevalt dit album mij alvast verrassend goed. Niet alle songs zijn even sterk of even goed uitgewerkt, maar het zijn wel songs vol emotie, het maakt van dit soloalbum van Riley Downing een moedig album, maar het is ook een album dat nog lang aan kracht wint en waarvan er dit jaar in dit genre nog weinig betere platen zullen verschijnen.
|